Tag Archives: via de la plata

Kaas

image

Torta de Casar, dé specialiteit van deze streek, heb ik me laten vertellen. Gemaakt door schapen en superlekker. Zacht maar met een sterke smaak. Zo’n kaas die mega gaat stinken in mijn rugzak morgen. En om het thema compleet te maken, heb ik er meteen het kaasmuseum achteraan gegooid.

image

Ik ben gek op kaas. Zoals iedere vleeseter zich te buiten kan aan solomillo en pata negra, zo bestaat mijn lol hier uit kaas. Niet van koeien, maar meestal van schapen en soms van geit. Véél lekkerder! Heel even dacht ik trouwens terug te zijn op Hollandsche bodem, toen ik deze schatjes zag.

image

Goed, waar waren we? O ja, bij de dienaren van Maria en de armen. De vespers was anders dan ik van de Belgische abdijen gewend was. Geen gezang. Braaf werden alle katholieke rituelen afgewerkt. El sangre y el cuerpo de Christo. Wat het wel weer speciaal maakte, was dat de dienst nogal eens verstoord werd door de bewoners van het complex. Deze sobere geestelijken zorgen niet alleen voor pelgrims, maar ook voor de geestelijk uitgedaagde medemens. Iedereen dubbel gehandicapt. Een man moest zelfs worden afgevoerd. De voorganger ging ondertussen onverstoorbaar door met het afwerken van het programma.

Het avondeten was sober, maar het gaat natuurlijk om de gezelligheid. Ik denk dat we bijna met zijn dertigen waren, dus gezellig was het. Daarna voelden we ons stoute kinderen op kamp. Tien over acht waren we klaar met eten, om negen uur ging de deur op slot (bedtijd). En dus renden we massaal na het eten naar het terras aan de overkant van de straat voor een slaapmutsje.

image

Ik vroeg om een whisky. Ze pakte een glas en ze goot en ze goot en ze goot. De prijs was €1,50. Mooi land, Spanje. Op de achtergrond is de ingang van het klooster te zien. Toen de klokken begonnen te luiden renden we weer naar binnen.

Na een lange nacht slaap (leve oordoppen) volgde een lange, warme dag lopen, van Alcuéscar naar Valdesalor (27 km).

image
Dorpje onderweg, Casas de Don Antonio

Valdesalor (gesticht in 1963) bleek een lelijk dorp van niks. Er ging ook een bus naar Cáceres, een mooi, oud stadje 11 km verderop. En weg was ik.

Cáceres bleek zich op te maken voor een groot muziekfestival (WOMAD). Het stadje liep vol met bezoekers uit heel Europa en ik vreesde voor het vinden van een bed. De mevrouw van albergue Las Veletas keek me somber aan: je zult een kamer moeten delen. Duh, dat doe ik bijna elke nacht. Uiteindelijk heb ik een vierpersoonskamer voor mezelf alleen. Op de gang kom ik Gary tegen. Een douche, een was en off we go! Een warme zomeravond in een stadje vol mensen, muziek, drank, lekker eten. We gaan van bar naar bar en ik slaap pas rond een uur ‘s nachts. Cáceres feest verder tot het weer licht wordt.

Ik had een nacht extra willen blijven, maar dat lukt vanwege het festival niet. Ik pak de bus naar een dorp verderop. Casar de Cáceres (van de kaas en het kaasmuseum). Het is een fijn dorpje en ik laat de dag prettig langzaam aan me voorbij gaan.

image
Ermita de Santiago, Sint Jacobskapel in Casar de Cáceres

Mérida

image

Rustdag. Andere wereld. Raar. Superlui vandaag, ook weleens lekker. Het is tenslotte vakantie. Het is met 31 graden eigenlijk ook geen weer om heel actief te gaan doen.

Ik heb mijn eigen wasmachine hier. Bizar. Met een droger. Helemaal bizar. Hier dan hè. Normaal is het een sopje in koud water, dan kletsnat aan de lijn en drie uur later kurkdroog. Nu had het wat meer voeten in de aarde. Alles, álles is in de wasmachine gegaan vanochtend. Slaapzak, sarong, alles. En dus zat ik vanochtend met een zachte, witte hotelhanddoek om opgesloten in mijn luxe appartement. En dat duurde maar, met die centrifuge en die droger. Maar nu is alles, álles schoon!

De rest van de dag kan grotendeels als volgt samengevat worden:

image

Een vegetarisch restaurant! In Spanje! Heerlijk geluncht met Gina uit Hongarije. Gisteravond ontmoet, toen Gary haar mee nam naar Plaza de España. Gina zat ook in het communicatievak, maar heeft voorlopig alles achter zich gelaten, drie maanden op een ecologische boerderij gewerkt bij Tarifa en nu dus op de Via de la Plata. Hmm, zet toch weer aan het denken…

image

Ehm, nou ja, en verder was er nog dat pakketje uit het verre Amsterdam. Veilig aangekomen. Eiwitpoeder, havermoutmix en nou ja, nog wat lekkers van de Bierkoning. De eerste smaakt heerlijk! Morgen weer terug naar het pelgrimsleven. Mét schone kleren en nieuwe voorraden. En zin!

Nowhere

image

Vandaag ging de weg over the road to nowhere. Kilometers, urenlang. Ik heb zeker 20 van de ruim 27 kilometer gelopen over een stoffige, kaarsrechte weg in een dor landschap zonder schaduw. Het hield maar niet op, na elke heuvel zag je die verdomde, stenige weg weer eindeloos verder gaan. En wat doe je dan? Lopen. Lopen tot je erbij neervalt.

image

En toen waren we er. In nowhere. Torremejía is het vreemdste dorp dat ik tot nu toe in Spanje gezien heb. Het lijkt nog het meest op een scène uit een goedkope Amerikaanse western. Geen dorpsplein, geen oude huizen. Slechts een ruitpatroon van lege straten. Met één hoofdstraat vol met bars. Het volk is ruw, loopt ook op zondag in blauwe werkbroeken. Verder verwacht je er truckers en hoeren, maar beiden heb ik nog niet gezien. Wij pelgrims zijn de vreemde eend in de bijt. Men haalt zijn schouders over ons op. Geweldig. Waar anders kan the road to nowhere eindigen dan in nowhere?

image

Voor de gezelligheid nog wat andere plaatjes.

image
Villafranca de los Barros om half zeven ‘s ochtends (vroeg vertrokken vanwege de warmte)

image
Het begin, toen de weg nog leuk was

image
De herberg van Torremejía

Voorpret

Aftellen! Vandaag over een week loop ik rond in Sevilla (zonnig, 24 graden, 0% kans op regen). Na een héle lange winter. De URL van deze blog loopt overigens iets op de zaken vooruit. Ik hoop de komende weken van Sevilla naar Salamanca te lopen. Dat is 500 kilometer. Van Sevilla naar Santiago de Compostela zou 1000 kilometer zijn, maar daar heb ik helaas geen tijd voor.

De Via de la Plata is een pelgrimsroute in opkomst. Veel kleinschaliger dan de Camino Francés. Ter vergelijking: van de pelgrims die in 2012 hun Compostela verkregen waren er 8.164 over de Via de la Plata aan komen lopen en 192.488 over de Camino Francés. Dat betekent dat deze route veel minder massaal is, maar ook dat er veel minder voorzieningen zijn. Dorpen liggen soms wel 30 kilometer uit elkaar en daar tussenin is er niks. De omstandigheden veranderen ook steeds. In maart heeft het absurd veel geregend, met bakken uit de lucht (dat was toen in Nederland de winter maar niet over ging). Daardoor zijn delen van de route onder water komen te staan. Degenen die nu onderweg zijn, houden toekomstige pelgrims op de hoogte. Met een beetje geluk hoef ik straks hooguit nog door kuitdiep water te waden. De herbergen waar ik een bed hoop te vinden openen en sluiten ook waar je bij staat. Ik begrijp dat de crisis hierin een rol speelt. Omdat je er meestal voor minder dan 10 euro terecht kan, is het allemaal liefdewerk oud papier.

Geen papieren boekje kan deze snelle ontwikkelingen bijhouden. Er zijn op dit moment overigens nauwelijks gidsjes in omloop. Ik doe het met een kleintje van de Vrienden van Santiago in Sevilla (in het Spaans) en verder met twee apps: die van indepentrip en eentje van Melanie (de eerste is gratis en de tweede kost een paar euro, en ja, ik heb Android devices, ik ga bloggen op mijn Nexus 7).

130420 pakketje

Elke pelgrim heeft zo zijn eigenaardigheden. Ik ben daar zeker geen uitzondering op. Dit pakketje ga ik maandag afgeven op het postkantoor in Amsterdam. Ik hoop het rond 7 mei weer op te halen op het postkantoor in Mérida. In dit stadje kom ik waarschijnlijk na tien dagen aan en ik heb er een rustdag gepland. Er is daar een hoop oude Romeinse rommel te bewonderen en ik ga er genieten van een zeer luxe onderkomen mét koelkast.

Wat zit er in die doos? Havermoutmix en eiwitpoeder. De ene helft in mijn tas, de andere helft vooruitgestuurd naar Mérida. Bij de havermout hoeft alleen nog maar kokend water en dan heb ik een heerlijk, voedzaam ontbijt op de plekken waar geen eten voorhanden is of wanneer ik het witbrood zat ben. Het eiwitpoeder is voor na het lopen. Als vegetariër is het behelpen in Spanje. Ik leef er meestal op een dieet van aardappels, eieren, kaas en wat groente (ensalada mixta van sla, tomaat, ui en tonijn en dan elke weer uitleggen dat tonijn een vis is). Laat ik eieren nou ook nog eens slecht verdragen. Om na 20 tot 30 kilometer lopen per dag toch wat eiwitten binnen te krijgen heb ik genoeg eiwitpoeder in mijn tas en in die doos gestopt om na elke wandeldag een shake naar binnen te kunnen klokken.

En, nou ja, ehm, er zit ook nog wat anders in dat pakket. Het verzenden van een pakket van 500 gram kost net zoveel als een pakket van 2 kilo. Dus ja, er was nog wat gewicht over. En tja, hoe kun je dat gewicht nou eens nuttig besteden? Nou eh, met drie blikjes vreselijk lekker bier dus (voor de kenner: Punk IPA van Brewdog, Snake Dog IPA van Flying Dog en Hop Ottin’ IPA van Anderson Valley). Klein feestje in Mérida, de avond van de 7e mei…

Ter geruststelling: als het straks vanaf mijn tablet moet, schrijf ik echt niet meer van die lange posts.